1.1 - Screening

Beschrijving door KNGF 2014, vertaald naar Hogeschool van Amsterdam

De fysiotherapeut screent cliënten via een gerichte anamnese, eventueel aangevuld met lichamelijk onderzoek, teneinde te besluiten of het gezondheidsprobleem binnen of buiten het beroepsdomein van de fysiotherapie valt.

Indicatoren

De fysiotherapeut:

  • legt de doelstellingen, de procedure en de werkwijze van het screenen uit;

  • inventariseert via open en gesloten vragen het gezondheidsprobleem van de cliënt, evenals diens verwachtingen over de oplossing;
  • houdt rekening met de grote diversiteit in de stad Amsterdam en specifieke kernmerken van de samenstelling van de bevolking;
  • past de werkwijze van het afnemen van de anamnese toe (inventariseren van de aard, de lokalisatie, het beloop, de intensiteit en de samenhang van symptomen en tekens);

  • voert zo nodig lichamelijk onderzoek uit en gebruikt relevante meetinstrumenten;

  • past bij het analyseren van het gezondheidsprobleem van de cliënt patroonherkenning toe;
  • beoordeelt of hij bekwaam en/of bevoegd is om een besluit te nemen over de indicatiestelling/contra- indicatiestelling voor fysiotherapeutisch hulpverlenen;
  • neemt, op basis van kennis uit het fysiotherapeutisch domein, een besluit over indicatiestelling/contra- indicatiestelling voor fysiotherapeutisch hulpverlenen;
  • registreert en documenteert het besluit over de indicatiestelling/contra-indicatiestelling voor fysiotherapeutisch hulpverlenen volgens de geldende richtlijn(en) en geldende wet- en regelgeving;
  • deelt de cliënt het besluit ter overweging mee, benoemt de argumenten die tot dit besluit hebben geleid, beantwoordt eventuele vragen hierover en adviseert de cliënt wat betreft het vervolg;
  • informeert de cliënt over eventuele rapportage aan de huisarts;

  • doet zo nodig schriftelijk verslag aan de huisarts van de cliënt.

 

Bewijsstukken FLP 5

D&T
Afbeelding – 589,8 KB 62 downloads

Maak jouw eigen website met JouwWeb